Snijd de tofu in 2 plakken en vervolgens in 'fingers'.

Meng 100 ml witte wijn met het sap van een halve citroen, een eetlepel kappertjesvocht, de nori en 1 tl zeezout.

Leg de fingers in de marinade en laat minstens een half uurtje marineren (hoe langer hoe beter)

 

Warm de oven tot 200°
Bekleed een bakplaat met (herbruikbaar) bakpapier.

 

Meng het kikkererwtenmeel in een ondiepe schaal met de melk, de ciderazijn, de salade de pêcheur en een snufje selderzout.
Doe de panko in een tweede schaal.

Haal de fingers door het beslag - zorg dat alles mooi bedekt is - en vervolgens door de panko.


Leg de fingers op de bakplaat.
Bak in 15-20 minuten knapperig en goudbruin.

 

Maak ondertussen de tartaarsaus:


Roer de kappertjes, de stukjes augurk, de gehakte peterselie en de fijngehakte sjalot door de veganaise.

Meng het citroensap erdoor en kruid naar smaak.

 

Serveer als hapje of met een slaatje als voorgerecht.